Huidige kalverhouderij past niet in kringloopvisie Schouten

Kalf
Jo-Anne McArthur / Animal Equality

De stikstofcrisis, mestvervuiling en bodemverzuring. Om deze problemen het hoofd te bieden, pleit minister Schouten (LNV) voor een omslag naar kringlooplandbouw. Een duurzamere vorm van landbouw, met meer aandacht voor dierenwelzijn en lokaal geproduceerde producten. Maar past de alsmaar groeiende kalverhouderij wel in dat plaatje?

Geen ruimte voor natuurlijk gedrag

In haar kringloopvisie beschrijft minister Schouten hoe de kringlooplandbouw eruit moet gaan zien. “De huisvesting van dieren biedt ruimte aan hun natuurlijke gedrag en wordt gecombineerd met een goede zorg vanuit hun specifieke behoeften.”

De kalverhouderij is echter een van de minst diervriendelijke houderijsystemen in Nederland. Vrijwel 100 procent van de vleeskalveren komt nooit buiten, wordt gehouden op harde, gladde vloeren en krijgt voer dat ongeschikt is en veel gezondheidsproblemen veroorzaakt. De huisvesting van de dieren biedt op geen enkele wijze ruimte aan hun natuurlijk gedrag of specifieke behoeften.

Veel antibiotica

Ook pleit de minister er in haar kringloopvisie voor het antibioticagebruik terug te dringen door aandacht te geven aan het voorkomen van ziektes en door goede verzorging te bieden.

Maar het antibioticagebruik is juist erg hoog in de kalversector en lijkt niet verder verlaagd te kunnen worden zonder dat de sterfte omhooggaat. Dat is ook niet zo gek: de kalfjes worden als ze veertien dagen oud zijn op transport gezet. Ze worden samengebracht met een grote hoeveelheid kalveren van bedrijven uit binnen- en buitenland, waardoor ze in aanraking komen met een grote verscheidenheid aan ziektekiemen. Ze steken elkaar gemakkelijk aan.

Import honderdduizenden kalfjes

Bovendien staat de import van honderdduizenden kalfjes uit het buitenland - terwijl 90 procent van het kalfsvlees wordt geëxporteerd - haaks op het streven naar ‘korte voedselketens’, die volgens Schouten zorgen voor een grotere waardering voor Nederlandse streek- en regioproducten.

Geen weidegang

“Voor de melkveehouderij blijft de koe in de wei het uitgangspunt: weidegang wordt maatschappelijk gewaardeerd, onder andere uit oogpunt van dierenwelzijn en landschap”, aldus de minister. Maar die maatschappelijk zo gewaardeerde weidegang voor melkkoeien bestaat blijkbaar níét voor hun kinderen: vleeskalveren komen immers nooit buiten – de kalveren van één biologische kalverhouder uitgezonderd.

Geen eigen land, geen eigen veevoer

Tenslotte wil de minister dat veehouders eigen veevoer verbouwen en de mest uitrijden op eigen land. De kalverhouderij heeft echter nauwelijks eigen grond om de mest op uit te rijden, de kalfjes worden immers allemaal in stallen gehouden. Daarnaast verwerkt de sector aanzienlijke hoeveelheden soja uit Noord- en Zuid-Amerika in de (kunst)melk waarmee de kalveren gevoed worden. Dit heeft grote invloed op het landgebruik en het verlies van biodiversiteit in de landen waar de soja geproduceerd wordt.

Kalverhouderij haaks op kringloopmodel

De huidige kalversector staat haaks op de omslag naar kringlooplandbouw en veroorzaakt erg veel kalverleed. Vind jij ook dat het hoog tijd is dat de minister écht werk maakt van haar kringloopvisie en dat de kalverhouderij aan banden wordt gelegd? Onderteken dan nu te brandbrief!

Deel dit artikel
Robyn Pees

Als jurist en inhoudelijk medewerker zet ik me in om een einde te maken aan het enorme leed van de miljoenen dieren achter de gesloten staldeuren van de veehouderij. Ooit zal de mensheid met afschuw terugkijken naar de erbarmelijke manier waarop we nu met onze mededieren omgaan. Ik wil er met mijn werk aan bijdragen dat ik die dag nog ga meemaken. Ieder dier heeft recht op een dierwaardig leven. Dieren kunnen niet voor zichzelf opkomen, daarom moeten wij ze een stem geven!