Waarom lapjeskatten bijna altijd poezen zijn

Lapjeskat

Wist je dat lapjeskatten bijna altijd vrouwtjes zijn? Als een lapjeskat toch een kater is, dan is dat een genetisch foutje en is hij (meestal) onvruchtbaar. 

Kleuren worden bepaald door X-chromosomen

De kleuren van een kat worden bepaald door de genen van zijn ouders. De kleuren rood en zwart zitten op de geslachtschromosomen, en specifiek op het X-chromosoom. Vrouwtjes hebben twee X-chromosomen: XX. Mannetjes hebben een X- en een Y-chromosoom: XY. Het X-chromosoom bevat de kleur rood of zwart. Om een kat zwart of rood te maken zijn er dus twee X-chromosomen nodig. Katers hebben maar één X-chromosoom en kunnen dus wel rood (rood-wit) of zwart (zwart-wit) zijn, maar niet allebei.

Wit wordt door een ander gen veroorzaakt. Is het witte gen op een plek actief dan betekent dit de afwezigheid van kleur en zijn de haren wit, is het witte gen op een plek níét actief, dan bepaald het daar aanwezige X-chromosoom de kleur.

Klinefelter-kater

Een enkele keer zie je toch een kater met een lapjes- of schilpadpatroon. Er is dan in de overerving iets misgegaan; zo'n kater heeft dan een extra vrouwelijk chromosoom (XXY). Deze afwijking staat bekend als het Klinefelter syndroom. De meeste mannelijke dieren met 2 X-chromosomen zijn onvruchtbaar. Uit onderzoeken blijkt dat ongeveer een op de drieduizend lapjeskatten een kater is.

Lapjespoes of schildpadpoes

Er zijn twee uitingen van de kleurencombinatie rood-zwart (en wit). Rood, zwart en eventueel wit kunnen aanwezig zijn in een lappenpatroon. Deze tekening noemen we ‘lapjes’. De kleuren rood en zwart kunnen ook heel fijn vermengd zijn in de vacht waardoor de vacht op een schildpadschild lijkt; daar komt de term ‘schildpad’ vandaan. Een schildpadpoes kan er ook witte vachtdelen bij hebben.

Lapjeskatten worden vaak met huiskatten geassocieerd. Toch hoeft dit niet altijd het geval te zijn. Er zijn veel kattenrassen met zwart en rood  in de vacht (al dan niet met wit erbij). Denk bijvoorbeeld aan de Maine Coon, de Noorse Boskat, de Pers en de Siberische kat.

Deel dit artikel
Kelly Kessen

Als dierenarts werd ik vrijwel dagelijks geconfronteerd met zieke rashonden en raskatten. Het is frustrerend om te zien hoeveel dieren kampen met erfelijke aandoeningen of lijden onder de extreme uiterlijke kenmerken waar ze doelbewust op worden gefokt. Veel van dat lijden is te voorkomen door te fokken op genetische diversiteit en een gezond uiterlijk. Bij Dier&Recht zet ik me in om fokkers en eigenaren daarvan bewust te maken, zodat er meer gezonde dieren worden gefokt en gekocht. Daarnaast ben ik actief betrokken bij het verbeteren van wetten en regelgeving rond het fokken van honden en katten.