Houd alle kalfjes op het melkveebedrijf

Koe met kalf

Kalfjes bestemd voor de kalverhouderij mogen volgens de wet al vanaf de prille leeftijd van twee weken getransporteerd worden. Net op de wereld, en dan al in een vrachtwagen met onbekende soortgenoten op urenlang transport, een onzekere toekomst tegemoet. Waarom mogen de zuigelingen niet op het melkveebedrijf blijven waar ze geboren worden?

Moeder en kind gescheiden

Maak je geen illusies: in de melkveehouderij worden kalf en koe direct na de geboorte van elkaar gescheiden. Het kalfje brengt de eerste twee weken van zijn leven door in volledige afzondering. Het krijgt de eerste dagen biest (de eerste moedermelk) uit een zuigfles, en daarna opgeloste poedermelk uit een emmer. De moedermelk is immers voor de mensen.

Slechts 30 procent van de kalfjes blijft op het melkveebedrijf

De boer heeft slechts zo’n 30 procent van de kalfjes die op het melkveebedrijf geboren worden nodig ter vervanging van zijn melkkoeien. De overige kalfjes zijn voor de vleesproductie. Ze worden opgehaald, bijeengebracht op verzamelplaatsen en op transport gezet naar de kalvermesterijen. Na een paar weken worden ze daar met andere kalveren samengevoegd in een groep.

Transport is zeer schadelijk

Als ze op transport gaan naar de kalvermesterijen, zijn de kalfjes pas twee weken oud. Met hun kwetsbare immuunsysteem worden ze makkelijk ziek. Doordat ze worden samengebracht op verzamelpunten, worden ze blootgesteld aan een veelheid van ziekteverwekkers. Dit leidt tot een toename van ziekte (en sterfte), en bijgevolg tot een hoog antibioticagebruik in de kalverhouderij. Longontsteking en diarree komen voor bij meer dan de helft van de vleeskalveren.

Afmesten op eigen bedrijf

Kalfjes die op de leeftijd van 28 dagen nog op het melkveebedrijf zijn, zijn een stuk zwaarder en weerbaarder. Als de vleeskalveren tot die leeftijd op het bedrijf zouden blijven, zou dat de melkveehouder iets meer kosten, maar het zou een gezonder en sterker kalf opleveren. Nog beter zou het zijn om de kalveren op het melkveebedrijf te laten blijven om dáár afgemest te worden. Hiermee zou alle transport kunnen worden vermeden tot het moment dat de vleeskalveren naar het slachthuis gaan.

Zo’n verandering vereist een aanpassing van regelgeving en bedrijfsvoering, maar zou veel dierenleed voorkomen, milieuwinst opleveren en een belangrijke bijdrage leveren aan het terugdringen van het antibioticagebruik. Afmesten op het eigen melkveebedrijf past bovendien uitstekend bij de beoogde transitie naar kringlooplandbouw, waarbij het gesleep met dieren zoveel mogelijk wordt ingeperkt.

Vind jij ook dat er zo snel mogelijk een einde moet komen aan het gesleep met honderdduizenden piepjonge kalveren? Onderteken dan nu onze brandbrief aan minister Schouten!

Deel dit artikel
Robyn Pees

Als jurist en inhoudelijk medewerker zet ik me in om een einde te maken aan het enorme leed van de miljoenen dieren achter de gesloten staldeuren van de veehouderij. Ooit zal de mensheid met afschuw terugkijken naar de erbarmelijke manier waarop we nu met onze mededieren omgaan. Ik wil er met mijn werk aan bijdragen dat ik die dag nog ga meemaken. Ieder dier heeft recht op een dierwaardig leven. Dieren kunnen niet voor zichzelf opkomen, daarom moeten wij ze een stem geven!