Belgische herdershond / Tervuerense Herder

Belgische herdershond / Tervuerense Herder

Zoals bij veel typen herdershonden komt ook bij de Tervuerense herdershond heupdysplasie en elleboogdysplasie voor. 

Kreupel door heupdysplasie en elleboogdysplasie

Zoals bij veel typen herdershonden komt ook bij de Tervuerense herdershond heupdysplasie (HD) en elleboogdysplasie (ED) voor. Heupdysplasie komt bij dit ras minder vaak voor dan bij de Duitse herdershond, maar nog steeds krijgt gemiddeld één op de twintig Tervuerense herders deze aandoening, waarbij de heupkom en heupkop niet goed in elkaar passen. Dit leidt tot slijtage (artrose) van het heupgewricht. Lopen is hierdoor pijnlijk en daardoor wordt de hond kreupel. Dure operaties kunnen dit niet altijd verhelpen. Honden met heupdysplasie moeten daarom vaak levenslang pijnstillers slikken. 

Epilepsie

Ook epilepsie komt bij de Tervuerense herder voor. De ernst van de aanvallen verschilt tussen honden. In ieder geval zijn levenslang dure medicijnen nodig om de aanvallen onder controle te houden. Helaas kan de epilepsie zo ernstig zijn dat de kwaliteit van leven van de hond zwaar wordt aangetast en euthanasie de beste optie is. 

Kijk hieronder in de lijst voor andere aandoeningen die voorkomen bij de Tervuerense herder. Het kan zijn dat er aandoeningen ontbreken, omdat er nog weinig onderzoek is gedaan naar dit ras. 

Geschiedenis

Belgische herders waren tot het eind van de negentiende eeuw alleen bekend als werkhonden van boeren en schaapherders. Ze werden niet gezien als een ras. Eind negentiende eeuw veranderde dat. In 1891 werd in Brussel door de dierenarts Prof. Dr. Reul de Club du Chien de Berger Belge (‘Belgische Herdershonden Club’) opgericht. Er werden in eerste instantie drie varianten erkend: de langharige, de ruwharige en de kortharige Belgische herder. Sindsdien zijn er diverse kenmerken en varianten toegevoegd en geschrapt. Op 8 mei 1892 werd in Kuregem (een wijk in de gemeente Anderlecht) de eerste tentoonstelling voor Belgische herders gehouden. In dat jaar werd de eerste rasstandaard opgesteld.

Oorspronkelijk werd de Belgische herdershond gebruikt voor het hoeden van schaapskudden. Toen er steeds minder schapen waren, werd hij ingezet voor andere taken, zoals waken, verdedigen, speuren. Hij werd een veelzijdige gebruikshond. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden Belgische herders gebruikt als wachters en boodschappers. Sindsdien zijn ze steeds populairder geworden als huisdier.

Eind jaren vijftig van de twintigste eeuw werden er definitief vier varianten erkend. De Tervuerense herder – zo genoemd naar de gemeente Tervuren bij Brussel – werd een apart ras, naast de groenendaeler, de Laekense herder en de Mechelse herder. Ze verschillen van elkaar in kleur en vachtsoort, en vinden hun oorsprong in verschillende regio’s van België.

Aantal bij dit ras bekende erfelijke aandoeningen
8
Risico

Hoog risico op erfelijke aandoeningen

In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.

Cataract (staar) (2) CIDD
IDID
Chronische superficiële keratitis [Pannus] (langdurige oppervlakkige hoornvliesontsteking) (2) CIDD
Peelman LJ, 2009
Degeneratieve myelopathie (aantasting ruggenmerg) (1) Beckers et al, 2016, Belgische herders
Elleboogdysplasie - grote hond (aandoening elleboog) (1) Orthopedic Foundation for Animals, 2014, ED
Epilepsie (6) Berendt et al, 2008, epilepsy
CIDD
Professionals Fokkerij, 2011
MCD Amsterdam, 2015, Epilepsie
Peelman LJ, 2009
IDID
Heupdysplasie - grote hond (ontwikkelingsstoornis heup) (3) Boer
Professionals Fokkerij, 2011
Orthopedic Foundation for Animals, 2014, HD
Maagcarcinoom (maagkanker) (2) BHCN, 2017
IDID
Vitiligo (lokaal pigmentverlies) (3) CIDD
Peelman LJ, 2009
IDID
Deel deze pagina