MDR1 gendefect (overgevoeligheid voor bepaalde medicijnen)
Beschrijving
MDR1 gendefect is een aandoening waarbij het gen multidrug resistance niet functioneert. Daardoor ontbreekt er een specifiek eiwit dat normaal gezien afwijkende stoffen de hersenen uit transporteert. Daardoor kunnen bepaalde geneesmiddelen ophopen in de hersenen. Dit zijn bijvoorbeeld medicijnen die bij ontworming of als chemotherapie worden gebruikt. De hond zal bij normale doseringen al overgevoeligheid- of vergiftigingsverschijnselen krijgen.
Klachten die gezien worden zijn: kwijlen, braken, diarree, hijgen, epileptische aanvallen en ademhalingsproblemen. De honden kunnen in coma raken en overlijden. Honden die in de risico-categorie vallen om het gendefect te hebben, kunnen via DNA getest worden op aanwezigheid van het gendefect.
De MDR1 DNA-test heeft 3 mogelijke uitslagen:
- De hond is vrij en heeft 2 normale genen. De hond zal bij gebruik van risico-geneesmiddelen geen overgevoeligheidsreacties krijgen en kan de afwijking niet doorgeven aan nakomelingen.
- De hond is drager en heeft 1 normaal en 1 defect gen. De hond kan (milde) vergiftigingsverschijnselen krijgen bij gebruik van risico-geneesmiddelen. De hond zal het foute gen aan de helft van zijn nakomelingen doorgeven.
- De hond is lijder en heeft dus 2 afwijkende genen. De hond krijgt altijd ernstige vergiftigingsverschijnselen bij toediening van risico-geneesmiddelen. De hond geeft het afwijkende gen altijd door aan alle nakomelingen.
Diagnose
De diagnose kan worden gesteld op basis van het lichamelijk onderzoek naar de verschijnselen en bevindingen die ontstaan na recente toediening van bepaalde geneesmiddelen. Er is een DNA-test beschikbaar, waarmee lijders en dragers kunnen worden opgespoord.
Behandeling
De aandoening kan niet worden genezen. Het gebruik van bepaalde geneesmiddelen en ontwormingsmiddelen dient vermeden te worden of in dosering verlaagd te worden om verschijnselen te voorkomen. Als de hond vergiftigingsverschijnselen heeft, moet deze met spoed door een dierenarts behandeld worden.
De ziekte kan wel voorkomen worden door goed fokbeleid (alleen fokken met vrije dieren).
Deze aandoening komt voor bij de volgende rassen: