Friese stabij

Friese stabij
De Friese stabij was oorspronkelijk geen hond voor de adel, maar wel erg populair bij het gewone volk.

De Friese stabij (ook wel stabyhoun) is gevoelig voor elleboog- en heupdysplasie. Daarnaast loopt de hond ook een verhoogd risico op een aangeboren hartafwijking (persisterende ductus arteriosus botalli). 

Moeite met lopen door elleboog- en heupdysplasie 

Bij de Friese stabij zien we bovengemiddeld veel elleboogdysplasie (ED). Deze aandoening kent verschillende vormen van beschadiging aan het ellebooggewricht. Dit leidt tot artrose en dat maakt het lopen erg pijnlijk voor de hond. Ook bij heupdysplasie (HD) veroorzaakt het lopen steeds meer pijn. Bij HD past het heupgewricht niet goed in elkaar, dat leidt eveneens tot artrose. Beide aandoeningen kunnen alleen worden verholpen met dure operaties, en zelfs dan kan de hond soms zijn hele leven afhankelijk blijven van pijnstillers. 

Aangeboren hartafwijking

Een aangeboren hartafwijking die bovengemiddeld veel voorkomt bij de Friese stabij, is persisterende ductus arteriosus botalli. Deze verbinding tussen de aorta en de longslagader hoort te sluiten na de geboorte, maar dat gebeurt niet bij deze aandoening. Daardoor stroomt het bloed vanuit de aorta weg naar de longslagader, en dat veroorzaakt uiteindelijk hartfalen. De ductus arteriosus moet gesloten worden met een specialistische en risicovolle operatie. Als dat niet gebeurt, zal de hond vroegtijdig overlijden. 

Geschiedenis

De Friese stabij is een oud Nederlands ras, dat zijn oorsprong vindt in (verrassing!) Friesland. Vermoedelijk stamt het ras af van de spaniël, en is het verwant aan de Drentse patrijshond en de grote Münsterländer. 

Het ras had veel verschillende functies als mollen- of bunzingenvanger, trekhond, waakhond, jachthond en gezelschapsdier. De Friese stabij was geen hond voor de adel, maar wel erg populair bij het gewone volk omdat hij voor zoveel verschillende doeleinden kon worden ingezet. 

In 1942 werd het ras officieel erkend in Nederland. 

Aantal bij dit ras bekende erfelijke aandoeningen
7
Risico

Hoog risico op erfelijke aandoeningen

In de (vak)literatuur worden nog meer erfelijke aandoeningen genoemd. Vaak bestaat hiervoor weinig bewijs of komt de aandoening in Nederland zelden voor, dan wel is het ongerief nihil. Deze aandoeningen worden hier voor de volledigheid wel getoond, maar krijgen een score nul.

Cerebrale dysfunctie (1) Doekes H et al., 2016
Elleboogdysplasie - middelgrote hond (aandoening elleboog) (2) Doekes H et al., 2016
LICG, 2016
Epilepsie (5) Anicura, 2022
Professionals Fokkerij, 2011
Doekes H et al., 2016
LICG, 2016
Mandigers P.J.J., 2017
Heupdysplasie - middelgrote hond (ontwikkelingsstoornis heup) (3) Boer L, 2010
Doekes H et al., 2016
LICG, 2016
Persisterende ductus arteriosis botalli (abnormale verbinding tussen aorta en longslagader) (5) Anicura, 2022
DenToom, 2016, PDA
Doekes H et al., 2016
LICG, 2016
Meijer M et al., 2012
Progressieve retina atrofie (PRA) (voortschrijdende verslechtering netvlies) (1) Professionals Fokkerij, 2011
Von Willebrands ziekte (bloedstollingsziekte) (3) Doekes H et al., 2016
LICG, 2011
LICG, 2016
Deel deze pagina