Wat is een raskat?

Raskatten

Een ras bestaat uit een groep individuen, die je van een andere groep kunt onderscheiden door lichamelijke en erfelijke eigenschappen. Met andere woorden: die individuen lijken erg op elkaar.

Het ontstaan van raskatten

Het ontstaan van rassen bij katten is op een natuurlijkere manier gegaan in vergelijking met de hond. De kat is meer kat gebleven. Bij de hond stond de functie voor de mens voorop. Hieruit kwamen extreem grote, kleine, brede soorten voort die zijn gefokt op specifieke gedragseigenschappen. Bij de kat is met name geselecteerd op kleur en uiterlijk.

Zestien natuurrassen

Van de erkende rassen zijn er ongeveer zestien natuurrassen, waarvan wordt aangenomen dat ze in een bepaalde regio zijn ontwikkeld zonder tussenkomst van de mens. De genetische basis van deze populaties lijkt goed te zijn geweest. Voorbeelden hiervan zijn de abessijn, de Chartreux, de Noorse boskat en de Maine Coon. Veel hedendaagse rassen komen voort uit het kruisen met andere rassen. De exotische korthaar is bijvoorbeeld ontstaan door de Pers te kruisen met kortharige rassen. Kruisingen van meerdere rassen hebben ook nieuwe rassen opgeleverd. Zo is de Tonkinese gevormd door het kruisen van de Siamees en de Burmees. Soms ontstaat er door een genetische mutatie een nieuw kenmerk, door daarop te selecteren, ontstaat er dan een nieuw ras, bijvoorbeeld de Manx.

Veel rassen bijna uitgestorven

De meeste rassen zijn pas de laatste 150 jaar doorontwikkeld, toen is vooral in Europa en Amerika de fokkerij ontstaan. Helaas zijn gedurende de Eerste - en Tweede Wereldoorlog veel rassen nagenoeg uitgestorven. Rassen zijn toen weer opnieuw teruggefokt uit de enkele overgebleven individuen. De genetische basis is daardoor veel nauwer en kwetsbaarder geworden. Veel erfelijke aandoeningen zijn hier waarschijnlijk op te herleiden.

Kruisingen

Er bestaan op dit moment ongeveer 80 rassen waarvan er 43 worden erkend door twaalf verschillende organisaties in Nederland. De organisaties hebben allemaal een verschillende werkwijze en erkennen ieder weer andere rassen. Kruisingen tussen bepaalde rasgroepen zijn vaak, na toestemming, toegestaan  zonder verlies van stamboekrechten. Voor kruisingen binnen de rasgroep, bijvoorbeeld het kruisen van de Pers en de Exotische korthaar, of de abessijn en de Somali is meestal geen toestemming nodig. Hierdoor is er binnen een ras minder uniformiteit en zijn erfelijke ziektes onder katten een minder groot probleem dan bij rashonden.

Extreme uiterlijke kenmerken

De meeste raskatten zijn redelijk 'kat' gebleven. Sommige raskatten hebben zeer extreme uiterlijke kenmerken en wijken sterk af van hun vroege voorouders. Hun uiterlijk is alsmaar extremer geworden en dat leidt tot lichamelijke klachten. Met name bij de Pers, de exotische korthaar, de Scottish fold en de Manx zijn deze schadelijke, uiterlijke kenmerken aanwezig. Raskatten hebben erfelijk vastgelegde kenmerken met elkaar gemeen, in een voor dat ras karakteristieke combinatie. Katten van één ras lijken dus op elkaar. Niet alleen wat hun uiterlijk betreft, maar ook qua karakter, gedrag en erfelijke gezondheidsproblemen. Op de afbeelding hierboven is duidelijk te zien hoe de Pers in uiterlijk veranderd is door selectie op de korte snuit.

Stamboom

Er zijn twee soorten raskatten: met of zonder stamboom. Bij beide soorten komen dezelfde erfelijke aandoeningen voor, omdat ze afstammen van dezelfde voorouders en dezelfde schadelijke uiterlijke kenmerken bezitten. Raskatten met stamboom zijn geregistreerd in een van de twaalf stamboeken van Nederland. Ze voldoen aan de uiterlijke kenmerken van de ras-standaard, hun vader en moeder behoren tot hetzelfde ras en hebben ook een stamboom. Voor de vader en de moeder geldt eveneens dat ze ouders moeten hebben met een stamboom, enzovoort.

Geen garantie

De stamboom die door een rasvereniging wordt uitgegeven, is uitsluitend een afstammingsbewijs en geeft geen garantie voor een goede gezondheid. Integendeel: katten met een stamboom zijn 'raszuiverder' en hebben daardoor een grotere kans op verwantschap. Meer verwantschap zorgt weer voor meer inteelt, waardoor ook de kans op erfelijke aandoeningen verder toeneemt.

Deel deze pagina