Onnatuurlijke oplossingen – en ze werken niet

Uitgehongerde koe

De huidige stikstofcrisis schreeuwt om oplossingen. De veeteelt is verantwoordelijk voor een groot deel van de stikstofuitstoot, onder andere door de methaanuitstoot van koeien. Om die uitstoot zo snel mogelijk terug te dringen, grijpt de overheid naar onnatuurlijke (schijn)oplossingen. Zoals methaan-verminderende enzymen in poedervorm, of een eiwitarm dieet voor de koeien.

Eiwitarm voer: een ramp voor de gezondheid van koeien

Iedere vrouw die borstvoeding geeft, weet het: melk geven vraagt heel veel van je lichaam. Dat geldt ook voor koeien! Niet voor niets is melkvee zo mager. De dieren teren fors in om topproductie te kunnen leveren. Ze zijn niet alleen mager maar tobben ook met uierontstekingen, onvruchtbaarheid, slechte weerstand, kreupelheid…

Als het aan de minister ligt, gaan deze koeien vanaf september op een eiwitarm dieet. Als dat gebeurt, zullen hun gezondheidsproblemen nóg ernstiger worden. Ze zullen ziek worden, en de melkproductie zal teruglopen. Om te maken dat koeien kunnen gedijen op een eiwitarm dieet, zijn er aanpassingen nodig die niet in een paar maanden te realiseren zijn. Daar is een nieuwe generatie robuustere koeien voor nodig.

Het is niet de eerste keer dat de minister met een slecht plan komt om de uitstoot van koeien te verminderen...

Methaan-verminderend poeder

In eerste instantie dacht zij aan enzymen in poedervorm die over het voer gestrooid zouden worden. De koeien zouden hierdoor minder methaan gaan produceren. In oktober stonden de kranten er vol van – in november was het plan ineens van de baan. Het is inmiddels voor iedereen duidelijk dat de werking van het poeder voor Nederlandse koeien achterhaald is.

Waarom het poeder niet helpt bij Nederlandse koeien

Al in 2016 werd er onderzoek gedaan naar het verminderen van de methaanuitstoot van koeien door enzymen in poedervorm over hun voer te strooien. Zo’n oplossing blijkt vooral te werken bij koeien die veel onnatuurlijk krachtvoer krijgen, zoals mais en suikerbieten. De meeste koeien in Nederland eten echter hoofdzakelijk (ingekuild) gras.

De werking van het poeder is onvoldoende bewezen

Bovendien is de werking van voederadditieven vaak onvoldoende bewezen. Fabrikanten moeten in ten minste drie onderzoeken aantonen dat iets werkt. Met de enorme budgetten van DSM, de fabrikant van het poeder, is het een kleine moeite om bijvoorbeeld een onderzoek acht keer uit te voeren en alleen over de drie keer dat het middel werkte, te publiceren.

Op de website van DSM staat dat er al tien jaar onderzoek wordt gedaan naar het methaan-reducerende poeder, en dat er al vijfentwintig onderzoeken zijn gepubliceerd die de werking ervan bevestigen. Op dezelfde pagina staat ook dat men het product in 2021 goedgekeurd wil krijgen. Maar als drie onderzoeken genoeg zijn om de werking aan te tonen, waarom zou je er dan veel méér doen? En waarom is het product niet al lang goedgekeurd? Daar komt bij dat DSM in september 2019 een methaanreductie tot wel 80 procent claimde, terwijl in november 2019 gesproken werd van 7 procent methaanreductie voor de Nederlandse koeien.

De minister viel even voor deze claims, maar als iets te mooi klinkt om waar te zijn, is het dat meestal ook.

Deel dit artikel