Rechten die bij dieren passen

Kippen in gras

Waarom zouden dieren geen rechten mogen hebben? Baby’s en demente ouderen zonder besef van wie ze zijn, mensen met een onmeetbaar laag IQ en zonder emotionele gevoelens, oorlogsmisdadigers en veroordeelde pedoseksuelen hebben rechten. Amorfe constructies als een naamloze vennootschap hebben rechten. We zijn dus nogal ruimhartig met het toekennen van rechten. Maar als het om intelligente dieren als apen en varkens gaat, geven we die rechten niet. De enige rechtvaardiging hiervoor is dat wij mensen vinden dat we geen dieren zijn. Een volstrekt verouderd standpunt!

Darwin stelde al rond 1850 dat er geen wezenlijk verschil bestaat tussen mensen en dieren. Er is sprake van een graduele overgang van aap naar mens, zie ook het grote aantal soorten hominiden (mensachtigen) tussen aap en hedendaagse mens. Die vondsten vormen de zichtbare bewijzen van de graduele overgang. Die overgang toont ook de etholoog Frans de Waal aan als hij stelt dat onze politiek grote gelijkenissen vertoont met de sociale en hiërarchische verhoudingen binnen groepen van kapucijnapen. Kapucijnapen kunnen samenspannen, verzinnen listen en beheersen het spel van de macht even goed als Maxime Verhagen. 

Net als mensen weten kapucijnapen ook wat rechtvaardigheid is. Toen twee kapucijnapen in een experiment voor hun prestaties telkens beloond werden met een stukje komkommer en de ene aap zonder aanleiding ineens een druif kreeg in plaats van komkommer, weigerde de andere aap iedere medewerking aan het experiment. Ook kinderen hebben een groot gevoel voor rechtvaardigheid. En zelfs honden weten wat (on)rechtvaardig is. Gevoel voor rechtvaardigheid en dus voor de moraal is kennelijk een evolutionair basisbeginsel voor alle sociale dieren en niet alleen voor de mens. 

Het bestaan van rechtvaardigheid is niet alleen goed te verklaren vanuit de evolutie. Het speelt ook een belangrijke rol in religies. Gelovigen zijn daarbij echter heel selectief.  De uitspraak “heb uw naaste lief als uzelf” geldt meestal alleen de medemens en niet het mededier. Dit ondanks het feit dat de Bijbel en de Koran het rentmeesterschap kennen, waardoor geacht wordt een goed “huisvader” te zijn voor de dieren en de wereld als geheel.  Dieren worden beschouwd als schepselen Gods en dienen met respect behandeld te worden ook al heeft God ze misschien voorbestemd om de mens tot nut te zijn. De islam biedt talrijke voorschriften die dieren beschermen. Zo moeten de dieren gemeenschap kunnen hebben, ze mogen niet mishandeld worden, de mens dient natuurlijke bronnen als lucht, land, water en voedsel met het vee te delen en de slacht dient pijnloos te zijn. Ook bezien vanuit de twee belangrijkste religies in onze maatschappij dient de mens dieren rechtvaardig te behandelen, maar helaas trekken christenen en moslims zich hier weinig van aan. 

Bij de liberalen is het niet veel beter. The pursuit of happiness geldt alleen voor mensen. Het liberale beginsel dat eenieder in staat moet zijn zich te ontplooien, geldt niet voor dieren. Dieren hebben in het liberalisme van alle dag, de vrije markt, geen rechten, laat staan op happiness. Wij sluiten ze op, we kappen hun snavels af (zoals bij kippen), fokken ze vanwege een ‘mooi’ uiterlijk tot ze door de inteelt doodziek zijn (zoals rashonden). We zetten varkens vast in hokken met als enige afleiding de muur waar ze tegenaan kijken. Om ons gedrag te rechtvaardigen ontkennen we het bestaan van emoties en gevoelens van pijn bij dieren, maar als dat uitkomt gebruiken we muizen weer wel om antidepressiva op te testen. We ontkennen dat ze zich bewust zijn van hun eigen ellende, maar varkens hebben volgens professor Broom uit Cambridge wel degelijk zelfbewustzijn. Ze lijken op ons en toch onthouden we ze elementaire rechten. 

De tussenconclusie is dat er gezien vanuit de evolutie, vanuit de godsdienst en vanuit het liberalisme geen principiële redenen bestaan om dieren wezenlijk anders te behandelen dan mensen en om ze geen of nauwelijks rechten te geven. Onze wetgeving beschouwt dieren vooralsnog als ‘zaken’. Dieren zijn ons eigendom en met je eigendom mag je niet zomaar alles doen of laten. Zoals een huiseigenaar zijn huis niet mag laten vervallen, zo wordt de bezitter van dieren geacht die te verzorgen en niet te mishandelen. Die eisen stellen op zich al niet veel voor, maar de bezitter mag hiervan ook nog eens afwijken als er sprake is van een ‘redelijk doel’, zoals wanneer er sprake is van een ‘economisch belang’. Als het een paar centen per kilo vlees extra oplevert, dan is mishandeling van dieren toegestaan. Dieren hebben volgens de wet, ondanks een paar mooie zinnen over intrinsieke waarde, geen eigenbelang. Dierenwelzijn is op zijn best een algemeen belang dat het meestal verliest van economische belangen.

Er leven in Nederland per jaar 550 miljoen gehouden dieren, dieren die zoals we hierboven gezien hebben niet wezenlijk verschillen van mensen en die daarom zouden moeten behoren tot de gemeenschap bedoeld in artikel 1 van de Grondwet: "Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld.  Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan." Dit artikel zou de basis kunnen vormen voor een rechtvaardige samenleving als het “allen” en “op welke grond dan ook” consequent wordt toegepast op mens-dieren en dier-dieren. Het uitsluiten van dieren van artikel 1 is – bezien vanuit de evolutie – onnozel aangezien wij mensen ook dieren zijn. 

Moeten dieren dan dezelfde rechten hebben als mensen? Nee, natuurlijk niet. Dieren moeten rechten hebben die bij ze passen, zoals de leerplicht alleen geldt voor jongeren. Als we dieren hun vrijheid ontnemen, dan is het toch het minste dat we ze een recht op een fatsoenlijk leven geven. Dankzij wetenschappelijk onderzoek is vrij goed bekend wat een fatsoenlijk leven bij dieren als varkens, koeien en kippen moet inhouden. Die eisen zijn in wetten vast te leggen. Vervolgens dient de vraag zich aan hoe die rechten uitgeoefend worden. Dat kan bij dieren, net als bij handelingsonbekwame mensen, door vertegenwoordigers, zoals Stichting Dier&Recht. Artikel 3:305a BW biedt al de mogelijkheid een rechtsvordering in te stellen op grond van een algemeen belang zoals dierenwelzijn. Nu alleen de rechten nog! 

Deel deze pagina