Waar let je op als je paarden samen buiten laat?

Kudde paarden

Paarden samen in de wei zetten gaat niet zómaar goed. Niet elke terrein is geschikt, en niet alle paarden kunnen samen. Een hengst zet je niet zomaar in een kudde – tenzij je veulens wilt. Het kan zijn dat het ene paard meer eten nodig heeft dan het andere: hoe leid je dat in goede banen? Kortom: hoe zorg je ervoor dat het samen buiten zijn slaagt? Een aantal tips.

Maak goede combinaties

  • Ruinen en hengsten kun je het beste bij elkaar zetten, zonder merries in de buurt.
  • Merries en veulens gaan vaak goed samen. Hengstveulens kunnen tot ongeveer tien maanden zonder problemen bij de merrie blijven. Daarna moeten ze worden weggehaald of gecastreerd om te voorkomen dat ze hun moeder gaan dekken.
  • Leeftijden maken in een kudde niet uit; oude paarden kunnen goed helpen in de opvoeding van jongere paarden.
  • De voerbehoefte maakt wél uit. Soms moet je oude of magere paarden apart zetten tijdens het voeren, of je maakt een elektronisch voedersysteem waarbij je de hoeveelheid voer per paard kunt instellen.

Zorg voor een veilige weide, die ruim genoeg is

Zorg dat de weide zo is ingericht dat een paard nergens klem kan komen te staan, en dat er geen doodlopende routes zijn. Zorg voor genoeg ruimte zodat alle paarden languit kunnen liggen op een droge plek. Zorg er ook voor dat ze als kudde op een overzichtelijke plek samen kunnen staan en ruwvoer kunnen eten.

Laat de paarden dagelijks loslopen

Laat paarden dagelijks buiten loslopen, ook in de winter. De regelmaat van het loslopen zorgt voor rust. Paarden die te weinig loslopen, worden vaak erg uitbundig als ze eindelijk mogen. Dagelijks loslopen is daarom veiliger dan slechts af en toe loslopen.

Zorg voor écht vrije beweging

Het is belangrijk dat de paarden écht vrij kunnen bewegen. In een stapmolen lopen of draven met een ruiter op je rug, is géén vrije beweging. Paarden kunnen op die manier geen sociale interactie aangaan.

Het terrein moet interessant zijn

Het is belangrijk dat het buitenterrein interessant is. Loslopen in de rijbak is niet voldoende! Paarden associëren de bak met werk, er is daar voor hen weinig te beleven. In zo’n omgeving kunnen ze geen positieve gedeelde ervaringen opdoen; je ziet juist vaak dat ze irritaties op elkaar gaan afreageren. Een buitenterrein met een vijver of heuvel, met gras, takken of hooi om aan te knabbelen, en met ruimte voor een sprintje, voldoet wel aan de behoeften.

Geen krachtvoer, wortels of snoep in de groep

Geef nooit krachtvoer, wortels of snoep in de kudde: dit kan agressie opwekken. Ruwvoer geef je juist wel graag aan paarden als ze samen staan, maar op zo’n manier dat alle paarden er tegelijkertijd gemakkelijk bij kunnen.

Sociale stabiliteit is een must

Zorg voor een stabiele kudde of vaste vrienden als gezelschap. Als dat nodig is, socialiseer dan je paard met een stapsgewijs traject.

Deel dit artikel
Sarah Pesie

Als dierwetenschapper en -gedragsdeskundige ben ik verantwoordelijk voor de wetenschappelijke onderbouwing van de campagnes voor paarden. Ik ben daarnaast ook bijzonder geïnteresseerd in het natuurlijke gedrag van paarden, honden en katten. Met onderzoeken en publicaties informeer ik het publiek over de vele misstanden rond deze dieren. Ik hoop dat mensen zich daardoor meer verdiepen in de belevingswereld van dieren en zo beter begrijpen wat hun dier nodig heeft om gelukkig te zijn.