Vonnis in rechtszaak tegen fokkers van Golden Retrievers

Rashond

Er is vonnis gewezen in onze rechtszaak tegen twee fokkers van Golden Retrievers. Ons verwijt was dat de fokkers onvoldoende maatregelen hebben genomen om ichthyosis (een huidaandoening), PRA (een ernstige oogaandoening) en HD (heupdysplasie) te voorkomen. Het probleem in dit soort rechtszaken is dat rechters logischerwijs een achterstand in kennis hebben op het gebied van genetica en diergeneeskunde. Aan ons de taak die achterstand in te halen, maar dat bleek in deze zaak helaas lastig.

De advocaat van de fokkers stelde dat Dier&Recht niet ontvankelijk verklaard moest worden, m.a.w. Dier&Recht mocht het volgens de fokkers niet opnemen voor de Golden Retrievers. Dit verweer werd verworpen, en dat is belangrijk, want het betekent dat dierenbeschermingsorganisaties ook in de toekomst rechtsvorderingen in kunnen stellen. Dus bij een rechtbank kan een dierenbeschermingsorganisatie het opnemen voor de belangen van dieren. Ook het verweer dat alleen de NVWA en de LID bevoegd zijn, werd door de rechter verworpen.

Volgens Dier&Recht is het fokreglement van de rashondenvereniging er mede de oorzaak van dat fokkers zich niet aan de wet houden en zich onvoldoende inspannen om erfelijke aandoeningen te voorkomen. In het geval van de Golden Retriever is het fokreglement volgens Dier&Recht zelfs in strijd met de FCI normen. Dier&Recht en de fokkers verschilden in deze procedure onder meer van mening of het wettelijk toegestaan is om te fokken met ouderdieren die beide drager van een erfelijke aandoening zijn. Volgens Dier&Recht is dat niet het geval, omdat je met twee ouderdieren die drager zijn, een hogere kans hebt op nakomelingen die lijder zijn van die aandoening. Het fokreglement is volgens Dier&Recht niet leidend hierin. Verder heeft Dier&Recht bepleit dat outcross in vrijwel alle gevallen een ras af kan helpen van inteelt en daaraan gekoppelde erfelijke aandoeningen.

De rechter heeft evenwel gemeend dat Dier&Recht haar standpunten onvoldoende heeft onderbouwd en heeft Dier&Recht derhalve in het ongelijk gesteld. Rechters kiezen vooralsnog voor de zekere weg: 'als iedereen het doet, zal het wel goed zijn', want dan is het maatschappelijk niet onbetamelijk.

Dier&Recht laat het er niet bij zitten, maar we gaan evenwel in deze zaak niet in hoger beroep. We willen iedereen bedanken die ons in deze zaak gesteund heeft. We moeten onze (rechts)zaken nog zorgvuldiger kiezen en genoegen nemen met kleine stappen vooruit. Het ligt nu vooral op de weg van de NVWA om de open normen van artikel 3.4 Besluit houders van dieren in te vullen. Via het civiele recht lukt dit tot op heden niet of nauwelijks.

Deel dit artikel