Vijf kleine eenden voor het eerst te water

Op 18 juli haalden we ze op: vijf kleine donzige eendjes. Ze waren pas twee weken oud en leefden met duizenden soortgenoten in een grote strostal. Ze waren bestemd voor de slacht. Het zijn namelijk pekingeenden, die in Nederland gehouden worden voor hun vlees. Deze week zouden ze slachtrijp geweest zijn.

Eén voor één werden de vijf eendjes uit de stal gehaald. Het eerste eendje lag op z’n rug en kon niet overeind komen, dus die was zo gekozen. Een ander eendje had een wond op de vleugel, dus mocht ook mee. De andere drie kwamen gewoon aangewaggeld, werden opgepakt en mochten mee met de auto, op avontuur. Angstig piepend, waarschijnlijk vanwege de hoeveelheid licht en de geluiden die ze niet gewend waren, zaten ze op een kluitje in een doos op de achterbank.

Eendjes in een doos

We gingen op weg naar Akka’s Ganzenparadijs, een prachtige ruime vogelopvang in Drenthe. Daar zouden onze eendjes rustig de tijd en de ruimte krijgen om op te groeien. En, heel belangrijk, hier zouden ze water krijgen om zich in te poetsen, om in te snebberen. Zelfs om te zwemmen… als ze dat konden tenminste.

Want we hoorden het vaak de laatste tijd: pekingeenden zijn loopeenden, die kunnen niet zwemmen. Er wordt wel gezegd dat ze geen stuitklier hebben en zich daarom niet kunnen invetten. Ze zouden verdrinken of verkleumen als ze in het water terecht zouden komen. We wisten dat dat verhaal een fabeltje is, maar toch vonden we het spannend om uit te vinden of ze écht konden zwemmen. Pekingeenden hebben namelijk wel een vrij korte nek, waardoor ze wat moeilijker bij hun stuitklier kunnen komen om zich in te vetten. Bovendien, de vijf eendjes zijn zonder hun moeder opgegroeid, dus wie had ze dat zwemmen moeten leren?

Bij Akka’s Ganzenparadijs aangekomen, werden de kleintjes vrijgelaten in de stal, waar toevallig net ook een paar vleeskuikens uit de vee-industrie waren opgevangen. De eendjes bleken direct heel dapper en nieuwsgierig, en gingen al snel buiten op onderzoek uit. Het was ontroerend om te zien hoe ze steeds met z’n vijven bij elkaar bleven, nu al beste maatjes!

Eendjes buiten

De daaropvolgende dagen raakten ze steeds vertrouwder met hun nieuwe omgeving. Hun lieve verzorgers hielden ons op de hoogte en stuurden ons filmpjes van hoe het met ze ging. Ze begonnen zich een beetje te poetsen in waterplassen, en door het hek heen keken ze nieuwsgierig naar de volwassen eenden in de grote vijver.

En vorige week was het dan zover: het was tijd voor de verhuizing naar de grote wei en de enorme vijver. Zelfs Trizin van het Ganzenparadijs vond het een klein beetje spannend: "Ik stond klaar met een potje vet om ze in te vetten als het niet goed zou gaan," vertelde hij ons. Maar gelukkig, alle zorgen waren volkomen overbodig. De eendjes zijn gewoon… eendjes. Ze zijn watervogels en ze weten zelf precies wat ze moeten doen.

Hoe ze dat doen? Kijk maar naar het filmpje van de vijf kleine eenden uit de vee-industrie, die voor het eerst te water gaan. Des te ontroerend als je bedenkt dat ze voorbestemd waren om nooit water te zien en al helemaal niet om ooit te zwemmen. 

Deel dit artikel