Mijn maatje bouvier Miró kreeg epilepsie

Bouvier
Het is een dagtaak om een hond met epilepsie te verzorgen, maar ondanks dat had ik het allemaal voor mijn maatje over.

Bij Miró, een bouvier, werd erfelijke epilepsie vastgesteld. Die ziekte zette zowel zijn leven als het leven van zijn bazin compleet op zijn kop. Zijn bazin vertelt haar verhaal.

Dondersteen

Miró kwam in mijn leven in een periode dat ik afscheid moest nemen van mijn echtgenoot Louis. Hij gaf hem zijn naam en overleed kort daarna. Miró was toen nog een puppy. Miró en Noa, onze andere bouvier, hebben mij door het rouwproces geloodst. Miró was dagelijks een cadeau, ik heb zo om hem gelachen. Het liefst was hij in water: hij hield van in zee zwemmen, in modderpoelen duiken, in duinmeertjes zwemmen. Verder rende hij graag achter ballen aan. Luisteren naar de baas was niet zijn sterkste kant en gehoorzaamheidstrainingen vond hij tijdverlies – kortom een zondagskind, sfeermaker en daarbij gek op kinderen. Kinderen waren ook gek op hem. David, de kleinzoon van een vriendin, zei altijd: ‘Miró is mijn grootste vriend.’ Noa, de evenwichtige rustige sterke bouvier, tegenover de vrolijke, levenslustige dondersteen.

De schrik zit er goed in

In januari 2019 werd ik wakker door herrie en ik vond Miró onder de tafel. Hij schokte, ‘fietste’ en was buiten bewustzijn. Het huis was een ravage. Ik schrok heel erg. Wel wist ik dankzij mijn medische achtergrond dat dit een epileptische aanval was.

Na enkele minuten kwam hij weer bij. Volkomen wezenloos en gedesoriënteerd liep hij waggelend naar Noa, die angstig en ontzet het schouwspel had gadeslagen en meteen ging grommen. Ze wilde niets met Miró te maken hebben. Miró bleef uren wankel en sloom en pas in de middag werd hij weer de oude.

Medische onderzoeken – erfelijke epilepsie

Die ochtend overlegde ik meteen met de dierenarts, die mijn vermoeden bevestigde. Veertien dagen later kreeg Miró in de nacht weer een insult. Mijn dierenarts zette veel diagnostische onderzoeken in. In voorgaande jaren kreeg Miró zijn vaccinaties en jaarlijks een medisch onderzoek – zijn APK – en daaruit was nooit iets bijzonders naar voren gekomen.

Er volgende bloedonderzoeken en ik ging naar het Medisch Centrum voor Dieren voor onderzoek, maar daar vonden ze geen verklaring voor de epilepsie. De diagnose idiopathische ofwel (vermoedelijk) erfelijke epilepsie werd gesteld. Miró kreeg medicijnen om de aanvallen onder controle te krijgen.

Miro in de tuin

Een ander leven en bijwerkingen

Door de medicatie tegen de epilepsie werd Miró slomer, soms zelfs apathisch. Zijn oorspronkelijke levensvreugde en spontaniteit verdwenen. Hij rende nog wel graag achter zijn bal aan, maar voorzichtiger en met veel minder passie. Zwemmen deed hij nog altijd graag, maar erg voorzichtig. Eten werd een obsessie, hij at alles wat hij te pakken kreeg – een nare bijwerking van deze medicijnen. Verder dronk hij veel, en kon hij zijn plas niet altijd meer ophouden totdat we buiten waren.

Hij bleef een heel lieve bouvier, maar ging meer aandacht vragen. Hij zocht minder contact met andere honden, was vaak onrustig en kon minder prikkels aan. Soms staarde hij minutenlang. Hij vond de dagelijkse wandelingen wel heel fijn en kon daarvan genieten.

Ook de zus van Miró heeft epilepsie

Regelmatig vonden vrienden of kennissen dat het beter was om mijn hond te laten inslapen. Voor hen was het moeilijk voor te stellen hoe een slopende taak het is om een hond met epilepsie te verzorgen.

Steun kreeg ik van mijn dierenarts en van de specialisten van het Medisch Centrum voor Dieren. Zij begrepen hoe zwaar het is. Ze adviseerden me om de fokker in te lichten, vooral omdat ook de zus van Miró epilepsie heeft. Met het baasje van de zus van Miró heb ik veel contact. Zij kwam regelmatig bij mij langs. Wij zijn als lotgenoten goede vrienden geworden.

Fokker, rasvereniging en Raad van Beheer nemen epilepsie niet serieus

Allebei hebben we de fokker ingelicht. In eerste instantie reageerde de fokker met ongeloof en ontkenning, maar op een gegeven ogenblik zei de fokker: "Je leert ermee om te gaan toch." Wat me frustreert is dat de fokker, de rasvereniging en de Raad van Beheer niets concreets doen om epilepsie bij pups te voorkomen.

Ik kon er niet aan wennen

Ondanks de medicijnen kreeg Miró nog geregeld een aanval. Ik durfde hem niet lang alleen te laten, stel je voor dat hij niet uit een aanval zou komen als ik er niet bij was!

Het is een traumatische ervaring en emotioneel uitputtend om getuige te zijn van een insult. Als je niet beter weet, denk je dat je hond op dat moment doodgaat. Het keer op keer zien lijden van je maatje doet zo veel pijn en je bent zo machteloos… Een van de redenen dat de insulten mij zo aangrepen, was de hopeloosheid en de angst in de blik van Miró bij het ontwaken uit het insult. Het kwijlen en wanhopig zoeken naar contact, het wankele lopen en weer omvallen, en de onrust. Het wende nooit, dus nee, wat de fokker zei klopte niet.

Epilepsie heeft levenslang impact

Miró kreeg vaak ’s nachts aanvallen en daarom sliep ik in de huiskamer bij de honden. Van elk geluidje werd ik wakker. Dat resulteerde in slaapproblemen, stress en gezondheidsklachten. Ik kwam bovendien in een sociaal isolement, omdat de zorg voor Miró heel veel tijd en energie opeiste en ik er als weduwe helemaal alleen voor stond.

Miró is op 23 augustus 2020 overleden. Nu, anderhalf jaar later, schrik ik nog steeds van kleine dingen, geluidjes. Ik raak nog hevig geëmotioneerd als Miró ter sprake komt, of als ik hoor of lees over een hond met epilepsie. Epilepsie is een ernstige ziekte die levenslang impact heeft op het leven van je maatje en dat van jezelf. Dat wens je niemand toe.

Lieve Miró, je was mij zeer dierbaar… Mogen alle bouviers voortaan zonder epilepsie door het leven gaan.

Miro op het gras

Deel dit artikel