Stoere rattenvanger wordt ziekelijke kat: de Brits korthaar

Brits korthaar

Tweeduizend jaar geleden namen de Romeinen vanuit Egypte katten mee naar Engeland. Het waren de eerste katten die daar voet aan wal zetten. Ze werden gehouden als beschermers tegen ongedierte. De Brits korthaar stamt naar alle waarschijnlijkheid van deze katten af. Niet dat de brit nu ook nog maar enige uiterlijke gelijkenis met zijn voorouders vertoont!

In de loop van de negentiende eeuw ging men anders naar katten kijken: ze werden niet langer alleen maar als nuttige ongediertebestrijders gezien, maar ook als prachtige dieren met schoonheid, kracht en persoonlijkheid. En terecht! In 1871 werd er in Londen voor het eerst een kattenshow georganiseerd. Het was een groot succes. De Brits korthaar werd het eerste erkende kattenras in Engeland en was meteen zeer populair.

Het gaat mis: de mens gaat knoeien

En dus… ging het mis. Als een ras populair wordt, gaan mensen zich vaak bemoeien met de kenmerken ervan. Men ging selecteren op ronde vormen: een kort lichaam, een ronde kop, kleine oren. Die kenmerken werden nog eens versterkt doordat de Brits korthaar gekruist werd met de Perzische kat. (Waarschijnlijk heeft dit ertoe geleid dat de mutatie die cystenieren veroorzaakt – een ernstige erfelijke aandoening van de nieren – nu ook bij de Brits korthaar voorkomt.)

Na de Tweede Wereldoorlog: de ‘blauwe brit’

Tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg de Brits korthaarpopulatie een flinke knauw. Om de genenpool weer op te bouwen, werd het ras na de oorlog gekruist met verschillende andere kattenrassen: de Europees korthaar, de blauwe rus, de burmees, de korat en de chartreux. En natuurlijk ook weer met de pers. Door het gebruik van de blauwe rus, de chartreux en de blauwe pers werd blauw de dominante kleur: de naam van het kattenras werd veranderd in ‘blauwe brit’. Later werden ook andere kleuren weer geaccepteerd.

Sterke ongediertebestrijder wordt zielig geval

Van een gezonde, sterke rattenvanger, werd de Brits korthaar een zielig geval. Veel katten van dit ras hebben lichaamsverhoudingen die maken dat ze niet goed kunnen functioneren: ze hebben bijvoorbeeld een extreem korte snuit – waardoor ze benauwd zijn, tranende ogen en een onhandig gebit hebben, en kampen met geboorteproblemen. Als gevolg van inteelt lijden veel van deze katten aan erfelijke ziektes (onder andere hartfalen, gewrichtsproblemen en nierproblemen). Allemaal gevolgen van menselijk ingrijpen in de ontwikkeling van de soort!

Deel dit artikel