LTO-vakgroep Kalverhouderij roept kalverhouders op tot geduld

kalf in stal

Door de sluiting van de horeca kelderde de vraag naar kalfsvlees en ontstonden al snel grote overschotten. Daar komt voorlopig weinig verandering in. Kalverhouders doen er dan ook goed aan om geduld te hebben. Er zijn nog enorme voorraden kalfsvlees en de coronasituatie wordt er niet beter op, aldus Wim Thus, voorzitter van de LTO-vakgroep Kalverhouderij in vakblad Nieuwe Oogst.

Geen fokbeperkingen

De Partij voor de Dieren riep eind maart op tot een tijdelijk fokverbod in de melkveehouderij om de aanvoer van binnenlandse kalveren – zo’n 700.000 per jaar – een halt toe te roepen. Maar minister Schouten gaf aan dat zij geen productiebeperkende maatregelen kan opleggen.

De aanvoer van nieuwe kalfjes gaat dus gewoon door, terwijl het kalfsvlees zich opstapelt in koelhuizen. Tijdens de eerste sluiting van de horeca werd zo’n 70 procent van het kalfsvlees ingevroren en opgeslagen.

Kalverhouders moeten geduld hebben

Thus beaamt dat een aanzienlijk deel van de afzet van kalfsvlees is weggevallen en nog lang niet is herwonnen. Kalverhouders doen er dan ook goed aan om nog even geduld te hebben, stelt Thus. Sommige kalverhouders houden hier rekening mee, bijvoorbeeld door de stal langer leeg te laten of door tijdelijk minder kalveren te houden.

Toch vaart maken

Toch werkt niet iedereen mee. Jonge kalveren zijn nu spotgoedkoop en sommige kalverhouders hopen dat het kalfsvlees over zes maanden, als de kalveren zijn vetgemest voor de slacht, een goede prijs opbrengt.

Geen goede zet, volgens Thus. Door de coronacrisis blijft de vraag naar kalfsvlees voorlopig laag. “Er zijn nog te veel onzekerheden. Het enige wat zeker is, zijn de enorme voorraden ingevroren kalfsvlees. Dat blijft boven de toch al fragiele markt zweven.” Nu de horeca wederom gesloten is, moet de kalversector rekening houden met nog meer overschotten.

Tijd voor verandering

Het ministerie oordeelde in juli terecht dat de veehouderij, en dus ook de kalverhouderij, bestand moet zijn tegen abnormale omstandigheden. De grote problemen die de coronacrisis teweegbrengt in deze sector, tonen aan dat de industriële kalverhouderij erg gevoelig is voor schommelingen in de markt.

Dit is dan ook hét moment om de kalversector duurzaam te hervormen, zodat deze dieronvriendelijke sector nooit meer de omvang krijgt van voor de crisis!

Deel dit artikel
Robyn Pees

Als jurist en inhoudelijk medewerker zet ik me in om een einde te maken aan het enorme leed van de miljoenen dieren achter de gesloten staldeuren van de veehouderij. Ooit zal de mensheid met afschuw terugkijken naar de erbarmelijke manier waarop we nu met onze mededieren omgaan. Ik wil er met mijn werk aan bijdragen dat ik die dag nog ga meemaken. Ieder dier heeft recht op een dierwaardig leven. Dieren kunnen niet voor zichzelf opkomen, daarom moeten wij ze een stem geven!