Voeding

In de melkveehouderij worden kalveren vrijwel direct bij hun moeder weggehaald. Het zijn dan nog zuigelingen met een sterke drang tot zuigen. In plaats van moedermelk krijgen ze twee, soms drie keer per dag een emmertje opgelost melkpoeder, aangevuld met een klein beetje vast voer. Hierdoor wordt hun natuurlijke zuigbehoefte zwaar gefrustreerd. Als gevolg daarvan ontwikkelen kalfjes stereotiep, dwangmatig gedrag: ze gaan aan elkaar en aan objecten in hun omgeving zuigen en likken.

Bovendien zijn kalveren die maar twee of drie keer per dag melk krijgen continu hongerig. Ze drinken – met grote, gulzige slokken – te veel in één keer. Die overdaad aan melk veroorzaakt diarree, een van de belangrijkste doodsoorzaken van kalveren.

Chronische bloedarmoede en geen ruwvoer

Het beetje vast voer dat vleeskalveren krijgen als aanvulling op hun melkrantsoen, is bij lange na niet genoeg om aan hun herkauwbehoefte te voldoen en bestaat vooral uit krachtvoer en een beetje gehakseld stro. Kalveren eten veel liever hooi en gras, dat is ook gezonder voor ze. Dit krijgen ze echter niet omdat het te veel ijzer bevat. Dat ijzer kleurt het vlees rood en de markt vraagt om blank kalfsvlees.

Dit ongezonde dieet met veel te weinig ijzer en ruwvoer leidt tot bloedarmoede, pens- en lebmaagaandoeningen, darmstoornissen en stereotiep gedrag.

Dier&Recht wil dat kalveren de voeding krijgen die past bij hun natuurlijke dieet.

Deel deze misstand