Wel of geen stamboom?

Vizsla

Wie overweegt een rashond aan te schaffen, staat voor de keuze: een rashond met of zonder stamboom? Een rashond zonder stamboom scheelt een slok op een borrel. De stambomen worden verstrekt door de Raad van Beheer voor de Kynologie, maar die geeft nog al wisselende informatie over de voordelen van een stamboom. Op de website van de Raad van Beheer staat namelijk: De stamboom die door de Raad van Beheer wordt uitgegeven is uitsluitend een afstammingsbewijs en zegt niets over onder andere de gezondheidstoestand van de op de stamboom vermelde honden.

Echter, in allerlei publicaties maakt de Raad van Beheer wel degelijk onderscheid tussen rashonden met en zonder een stamboom op het gebied van gezondheid, waarbij de Raad doet voorkomen alsof de oorzaak van de erfelijke aandoeningen vooral te vinden is bij de look-a-likes (rashonden zonder stamboom). Maar is dat ook waar?

De Raad van Beheer baseert zich in zijn oordeel op het z.g. Incidentierapport van de Universiteit Utrecht. Kijken we naar de cijfers in het Incidentierapport dan zien we dat er 159 honden waren met een stamboom en daar werden 74 erfelijke aandoeningen aangetroffen. In dit onderzoek waren veel meer honden zonder stamboom: namelijk 1055 met 323 erfelijke aandoeningen. Dus concludeert de Raad ontstaan de problemen door rashonden zonder stamboom, want dat zijn er veel meer. Velen zullen deze logica niet kunnen volgen, want het gaat er immers niet om of de stamboomhonden van de Raad meer of minder in aantal zijn, maar of ze gemiddeld gezonder zijn. Bij de 159 honden met stamboom waren 74 erfelijke aandoeningen, dus gemiddeld 0,47. Bij de honden zonder stamboom is het gemiddelde 0,31. Het verschil is dus 0,16. Dat betekent dat in het Incidentie-onderzoek honden met stamboom gemiddeld meer dan 50% meer erfelijke aandoeningen hebben.

Dat honden met stamboom het slechter doen dan honden zonder stamboom wordt nog eens bevestigd door een eigen enquête op de website van Dier&Recht, ingevuld door meer dan 2.000 hondenbezitters. De verschillen waren hier overigens minder groot.

Om (nog) meer duidelijkheid te krijgen of rashonden met stamboom meer/minder erfelijke aandoeningen hebben dan rashonden zonder stamboom, heeft Dier&Recht aan de Universiteit van Wageningen gevraagd hier onderzoek naar te doen. Dat onderzoek werd gesaboteerd. Kennelijk waren de georganiseerde fokkers, dus de fokkers van rashonden met stamboom, bevreesd voor de uitkomst. Desondanks was de uitkomst dat dure honden met een stamboom niet significant gezonder zijn dan dezelfde honden zonder stamboom.

De meest voorzichtige conclusie is dat honden met een stamboom het zeker niet beter doen dan honden zonder stamboom. Men kan dus beter het extra geld voor een stamboom in de zak houden en reserveren voor de dierenarts aangezien een groot percentage van alle rashonden erfelijke gebreken hebben. Een verklaring voor het feit dat honden zonder stamboom minder erfelijke aandoeningen hebben, is dat ze minder raszuiver zijn. Ze hebben daardoor minder last van inteelt. De Raad van Beheer stelt daar tegenover dat de honden van erkende fokkers medische tests dienen te ondergaan en dat geldt niet voor de look-a-likes. In de praktijk blijkt dus dat deze tests weinig tot geen verschil maken. Over de zin en de onzin van deze medische tests zullen we meer schrijven in een volgende nieuwsbrief.

Deel dit artikel