Zo verlaag je het risico op besmetting met rhino

paardentransport
Door de uitbraak van het rhino-virus wordt het vervoeren van paarden voorlopig sterk afgeraden

Op een internationaal paardenconcours in Valencia is deze week een grote uitbraak gemeld van rhinopneumonie (rhino). Het gaat om een agressieve variant en het virus is erg besmettelijk voor paarden. Om verspreiding van de ziekte tegen te gaan heeft de internationale federatie voor paardensport (FEI) direct alle wedstrijden tot april afgelast.

Het virus verspreidt zich door overdracht van microscopische kleine druppeltjes – de aerosolen die we ook kennen van het coronavirus. Besmetting vindt plaats bij direct contact tussen paarden, maar ook via kleding, borstels of het gebruik van dezelfde emmers.

Het risico op besmetting is het grootst:

  • In stallen met veel paarden
  • Als paarden binnen staan
  • Als paarden stress ervaren (zoals op evenementen of door transport)
  • Als veel paarden van verschillende locaties bij elkaar komen (evenementen)

Symptomen: van milde verkoudheid tot overlijden

De eerste symptomen van rhino zijn een snotneus, lusteloosheid en koorts. Soms merk je bijna niets en is het paard enkel wat sloom of eet het minder.

De meeste paarden met rhino krijgen een milde verkoudheid maar van sommige varianten kunnen de dieren ernstig ziek worden. Dit kan leiden tot blijvende ademhalingsproblemen, abortus, vroeggeboorte, verlamming aan de achterhand en zelfs tot overlijden.

Het virus is niet gevaarlijk voor mensen of andere dierensoorten. Er kan gevaccineerd worden tegen rhino, maar de werking hiervan is niet 100% betrouwbaar. Als veel paarden in een stal gevaccineerd zijn dan kan dit wel de infectiedruk verlagen. Vraag je dierenarts om advies.

paradise paddock
Het risico op besmetting is aanzienlijk lager als paarden in kleine groepjes buiten staan

Wat te doen bij een mogelijke besmetting:

  • Als je vermoedt dat een paard ziek is, informeer dan je dierenarts
  • Isoleer het zieke paard tot 4 weken na het verdwijnen van de laatste symptomen
  • Houd het hele bedrijf in quarantaine
  • Vermijd verplaatsing van de paarden
  • Laat alleen noodzakelijke personen toe op het erf
  • Gebruik voor de verzorging van zieke paarden niet dezelfde emmers, borstels en optoming als voor gezonde paarden
  • Was je handen, douche en kleed je om als je bij een ziek paard bent geweest, voordat je in contact komt met andere paarden
  • Vermijd contact met gezonde paarden
  • Maak de uitbraak publiekelijk bekend en informeer iedere bezoeker over de quarantaine
  • Zoek uit wie er mogelijk contact heeft gehad met de zieke paarden en waarschuw die personen
  • Controleer tweemaal per dag de temperatuur van de paarden en ontsmet de thermometer goed na gebruik bij ieder paard

Zo desinfecteer je een stal, voertuig of trailer:

  • Verzamel al het losse materiaal, zoals stro en hooi in dichte vuilniszakken en laat die zo snel mogelijk afvoeren
  • Schrob met water en zeep alle oppervlaktes schoon. Gebruik geen hogedrukspuit want daardoor kan het virus zich juist verspreiden
  • Laat de ruimte drogen
  • Desinfecteer de ruimte met Halamid of een ander geschikt middel in de voor virussen voorgeschreven concentratie en laat dit twintig minuten lang inwerken
  • Spoel af met water en laat de ruimte opnieuw drogen

Verlaag het risico op besmetting

Stichting Dier&Recht adviseert om paarden in kleine groepjes te huisvesten in goed geventileerde loopstallen of buiten met een schuilmogelijkheid. Zorg voor een goede gezondheid en weerstand door een gezond voerbeleid met veel ruwvoer, bewegingsvrijheid, buitenlucht een positieve omgang met het dier. Verplaats paarden alleen als het echt noodzakelijk is.

Deel dit artikel
Sarah Pesie

Als dierwetenschapper en -gedragsdeskundige ben ik verantwoordelijk voor de wetenschappelijke onderbouwing van de campagnes voor paarden. Ik ben daarnaast ook bijzonder geïnteresseerd in het natuurlijke gedrag van paarden, honden en katten. Met onderzoeken en publicaties informeer ik het publiek over de vele misstanden rond deze dieren. Ik hoop dat mensen zich daardoor meer verdiepen in de belevingswereld van dieren en zo beter begrijpen wat hun dier nodig heeft om gelukkig te zijn.