Opiniestuk Hans Baaij: 'Vallen verkiezingsbeloften onder het Reclamerecht?'

Vliegende eend jacht

Politieke partijen komen voor de verkiezingen met allerlei beloften, die vervolgens weinig waard blijken te zijn. Voor het eerst is bij de Reclame Code Commissie (RCC) een klacht ingediend tegen een politieke partij wegens misleiding van de kiezer.

Een bekend voorbeeld van het verbreken van een verkiezingsbelofte was toen onze premier Mark Rutte tegen zijn belofte in toch moest instemmen met financiële hulp aan Griekenland. Ook zijn belofte om alle werkende Nederlanders na de verkiezingen 1.000 euro te geven, kon hij niet nakomen.

Stop de plezierjacht of juist niet?

Mark Rutte is niet de enige die zich niet aan zijn woord houdt. De PvdA heeft vanaf de landelijke verkiezingen in 1998 tot de provinciale verkiezingen in maart 2015 bij herhaling en zonder voorbehoud gesteld dat de plezierjacht, d.w.z. de jacht op wilde dieren zonder noodzaak, moet worden verboden. Toch heeft de PvdA op 1 juli 2015, dus drie maanden nadat ze het tegendeel had beweerd, met de VVD een amendement ingediend waardoor dit verbod uit de concept wet Natuurbescherming verdween. Dat was niet de eerste keer. In 1998 zei PvdA-woordvoerder Swildens-Rozendaal: "Er wordt niet gejaagd, tenzij er een bijzondere reden voor is". In NRC-Handelsblad van 21 oktober 1999 stond dat de PvdA uiteindelijk toch voor de plezierjacht was gezwicht om "de VVD op andere terreinen mee te krijgen." 

Maar ja, wat doe je er aan, als je als kiezer op basis van deze beloften al je stem hebt uitbracht? Veel keuzes zijn er niet, behalve bij de volgende verkiezingen op een andere partij stemmen of helemaal niet meer stemmen. Of een klacht indienen, maar waar?

Vallen verkiezingsbeloftes onder de regels voor reclame?

Onder de definitie van reclame van de Nederlandse Reclame Code (NRC) vallen ook 'aanprijzingen van denkbeelden'. De Reclame Code Commissie oordeelde over een televisiespotje van de Partij voor de Dieren uit 2013, uitgezonden in de zendtijd voor politieke partijen, dat dit spotje tot doel heeft te laten zien waarvoor de Partij voor de Dieren staat. Dit kan worden aangemerkt als een openbare aanprijzing van denkbeelden en derhalve als reclame in de zin van artikel 1 van de NRC.

Ook een flyer van de VVD in de vorm van een deurhanger, ongevraagd opgehangen aan voordeuren, werd gezien als een reclame-uiting, net als het tv-spotje van Diederik Samson, met zijn familie waarin hij onder andere uitlegt waarom hij de politiek is ingegaan.

Kortom, 'politieke propaganda' kan worden voorgelegd aan de Reclame Code Commissie.

Het ministerie van VWS had eind 2014 radiospotjes met onder andere de volgende tekst:

Dit is het verhaal van Tyron Pietermaai: “Mijn tante is nogal slecht ter been. Ze woont thuis, maar ze kan niet alles zelf meer. Ik help haar met wat ik kan. Maar eigenlijk heeft ze thuis aanvullende ondersteuning nodig. Gelukkig krijgt ze die straks van professionals en haar gemeente. Zo kan mijn tante lekker thuis blijven wonen.”

De uitspraak van het RCC in hoger beroep stelde dat de spotjes een te positief en rooskleurig beeld van de gevolgen van de nieuwe wetgeving op het gebied van de zorg schetsen. Voorlichting door de overheid brengt mee – ook bij een publiekscampagne als de onderhavige – dat de burger erop moet kunnen vertrouwen dat hij op zorgvuldige wijze juist en volledig wordt geïnformeerd.

Als tv-spotjes van politieke partijen en voorlichting door de overheid tot een ‘reprimande’ op grond van de NRC kunnen leiden, waarom dan niet partijpropaganda waarin de kiezer verkeerd wordt voorgelicht over inmiddels gebroken verkiezingsbeloften?

Verkiezingsbeloftes over dierenwelzijn zijn weinig waard

Het was schrijver dezes al vaker opgevallen dat beloften van politieke partijen op het gebied van dierenwelzijn weinig waard zijn. Dat als een beloftevolle partij in de regering komt, de dieren al snel uit beeld verdwijnen. Dit VVD/PvdA-kabinet is een redelijk goed voorbeeld, maar er zijn er meer, zoals D’66 in de kabinetten met VVD en CDA en minister Brinkhorst in de paarse kabinetten met o.a. de ruimingen van MKZ koeien. Telkens bleken de beloften over meer dierenwelzijn vrijwel niets waard te zijn.

Vandaar dat Dier&Recht vanwege de verbroken verkiezingsbelofte van de PvdA over de plezierjacht een klacht indiende bij de Reclame Code Commissie. De PvdA stelde in haar verweer dat uitingen op de Stemwijzers haar niet toegerekend konden worden. Het gaat om teksten als: “De PvdA is voor een zorgvuldig natuurbeheer. Plezierjacht op wilde dieren hoort daar niet bij. De PvdA vindt dat respect voor dieren hoort in een fatsoenlijke samenleving. De PvdA vindt daarom dat de plezierjacht op dieren verboden moet worden.”

De RCC was het eens met de PvdA. “De Stemwijzers bepalen ieder voor zich óf en zo ja op welke wijze een zienswijze van een politieke partij zichtbaar wordt gemaakt en van invloed is op de uitkomst van een stemwijzer.” Anders gezegd, omdat de tekst niet van de PvdA is, maar van de Stemwijzers, is het geen aanprijzing van de PvdA. Om die reden acht de RCC zich niet bevoegd over de klacht te oordelen. Tegen deze afwijzing gaat Dier&Recht in Beroep. Hierbij gesteund door mr. Berber Brouwer, een in Reclamerecht gespecialiseerde advocate. De teksten zijn volgens de makers van de Stemwijzers namelijk aangeleverd door de PvdA en integraal en zonder wijziging overgenomen. Derhalve is het vreemd dat ze niet gezien worden als uitingen van de PvdA die als partijreclame beoordeeld kunnen worden.

Website wel en stemwijzers geen reclame

De RCC oordeelde tevens dat de uitingen van de PvdA op hun website wél onder de werking van de NRC vallen en dus onder de reclameregels. De RCC wijst de klacht af omdat de RCC zich bij uitlatingen van een politieke partij terughoudend opstelt vanwege de vrijheid van meningsuiting. Dier&Recht stelt niet de vrijheid van meningsuiting te willen beperken, maar het recht van de Nederlandse (dier- en natuurminnende) kiezer om niet misleid te worden te verdedigen.

Afwijzing klacht: beloftes zijn (zeker) geen garanties

Ook wees de RCC de klacht af omdat de gemiddelde consument voldoende bekend is met de Nederlandse politiek om te weten dat compromissen zeer wel mogelijk zijn en dat een eerder ingenomen standpunt geen garantie inhoudt. Dier&Recht brengt in hoger beroep hier tegen in dat de gemiddelde kiezer natuurlijk weet dat regeren een kwestie van geven en nemen is, maar om, bij herhaling, het eigen standpunt actief om zeep te helpen zonder de kiezer daarover te informeren in de reclame-uitingen op de website, gaat weer een stap verder. Het lijkt er verdacht veel op dat de PvdA haar standpunt voor een verbod op de plezierjacht vooral heeft om zoveel mogelijk kiezers, leden en donaties te werven en dit standpunt zelf nauwelijks serieus neemt.

Het College van Beroep van de RCC zal zich realiseren dat als deze klacht toegewezen wordt, er mogelijk een stortvloed aan klachten van ontevreden kiezers volgt. Het zal dan niet lang duren of de Stichting Woekerbelofte wordt in het leven geroepen.

Maar als de klacht wordt afgewezen, omdat de gemiddelde burger van de kans uit moet gaan dat politieke partijen ze verkeerd informeren, wat dan? Als deze trend zich doorzet, waar komen we dan terecht? Het is namelijk ook algemeen bekend dat de specificaties van autofabrikanten nergens op slaan, dat beleggingspolissen altijd verlies opleveren en dat kippen niet in de wei leven, maar dat betekent nog niet dat men met dit soort producten of diensten mensen mag misleiden.

Essentieel in deze is de motivatie: waarom zegt de PvdA dat de Plezierjacht verboden moet worden? En dat is in dit geval evident: het is bedoeld om kiezers, donaties en leden te trekken.
En dat is reclame!
En het is misleiding als die uitingen niets waard blijken te zijn.

*Uitspraak in Hoger Beroep is te verwachten voor het einde van het jaar (2015). 

Hans Baaij, 18 november 2015

Deel dit artikel